Een anatomieles voor een sporter!
★★★★★ 9.3 (1115 reviews)
Gratis zending v.a. 30
100% NL & ISO-gecertificeerd
Meer kopen = meer korting!
Tijdelijk gratis shakebeker bij een bestelling boven de 50! 🥤
0

Je kunt de veranderingen voelen zodra je de eerste stap zet op het asfalt voor je hardloopsessie. Je tikker gaat versnelt, je spieren spannen zich aan en je adem voelt oppervlakkig. Gelukkig, blijft dit gevoel niet hangen. Na 10 minuten rennen ben je in een wereld belandt waar burpees en push-ups bijna net zo comfortabel zijn als rustig wandelen. Een lichaam in beweging, blijft in beweging, maar wat gebeurt er nou allemaal daar binnen? Laten we dat eens onderzoeken!

Effecten van lichaamsbeweging1. Phosphagen systeem

In deze staat hebben, ben je niet aan het sporten en hebben al je cellen genoeg ATP in zich om 5 tot 15 seconden een beweging te maken van hoge intensiteit. Dit heeft je lichaam nodig om te reageren op plotselinge situaties. Als je bijvoorbeeld weg moet rennen van gevaar, iets moet ontwijken of jezelf moet verdedigen door iemand een klap te verkopen. Hoewel je veelal niet in een van deze situaties terecht komt, is het fijn te weten dat het lichaam beschikt over de mogelijkheid om een aantal seconden lang een intense fysieke beweging te maken. Je lichaam is er klaar voor om te reageren op dit soort situaties.

2. Glycogeen systeem

Omdat je in 5 tot 15 seconden vrij snel door je intensieve bewegingen heen bent, beschikt je lichaam ook over een reservestofje dat glycogeen wordt genoemd. Glycogeen is opgebouwd uit een ‘ketting’ van glucose moleculen. Vanaf daar kost het ons ongeveer 12 verschillende chemische reacties om ATP te ontwikkelen waarmee we je niet gaan vermoeien. Het hele proces van het aanmaken van ATP duurt ongeveer 90 seconden. Hoewel je nu geruime tijd kunt trainen, duurt ook deze fase niet erg lang door de lactaatzuren die zich opbouwen in de spieren. Wel kun je dit systeem trainen door intervaltrainingen opdat het glycogeen systeem gemakkelijker en sneller ATP gaat aanmaken. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een 1:2 work-to-rest ratio. Als je bijvoorbeeld 1 minuut lang heel intens traint, moet hier een interval tussen zitten die twee keer zo lang is, dus 2 minuten.

3. Aerobic Respiration systeem

Nu je lichaam eenmaal doorheeft dat je bent begonnen met trainen en hier voorlopig ook even niet mee ophoudt, beland je in de laatste fase. Het lichaam antwoord op deze training met een grotere toevoer van zuurstof naar het lichaam. In deze fase kan je een veel langere tijd intensief trainen dan in de eerste twee fases waar het lichaam doorheen moet. Het lichaam zal zijn brandstof nu gaan halen uit koolhydraten, vetten en als het hoognodig is ook van eiwitten.

Het lichaam begrijpt instinctief welke systemen aangesproken moeten worden. Sommige atleten besluiten tot het trainen van een specifiek systeem, omdat dit hen helpt beter presteren. Een sprinter zal bijvoorbeeld voor een snelle start de eerste twee fases trainen terwijl een duurloper het Aerobic Respiration System intensief zal gaan trainen om de hardloopsessie zo lang mogelijk vol te houden.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

0

TOP