Bij muscle failure zit je op het punt dat je spieren de beweging niet meer effectief kunnen uitvoeren. Neem als voorbeeld dat je een bepaald aantal ‘reps’ aan het bankdrukken bent met een zwaar gewicht, waarbij je de beweging dus een bepaald aantal keren maakt. Wanneer je dit een bepaald aantal keren hebt gedaan, met een zwaar genoeg gewicht, kom je op een punt terecht waarbij het niet meer mogelijk is om meer ‘reps’ of de volledige beweging uit te voeren. Dit wordt ook wel ‘training to failure’ genoemd. Je haalt hierbij het maximale rendement uit je spieren
Gedurende iedere beweging zet je spiervezels aan het werk om je spieren de beweging uit te laten voeren. De spiervezels kan je onderverdelen in drie verschillende types: Type I, Type IIA en Type IIB. De drie types corresponderen naar explosiviteit vs. Uithoudingsvermogen. Gedurende de oefening raken de vezels uitgeput en is het niet langer mogelijk om de beweging uit te voeren.
De type vezels activeren in een bepaalde volgorde. Het Type I vezels doet in eerste instantie al het werk en Type IIA en Type IIB worden alleen geactiveerd wanneer Type I is uitgeput.
Training to failure = more muscle used = more muscle mass gained.
Om snel spiermassa aan te komen moet je trainen tot failure en zelfs verder dan dat, om er voor te zorgen dat iedere spiervezel aan het werk wordt gezet. Om dit te bereiken heb je een ‘spotter’ nodig of een manier gebruiken waarbij je jezelf kan helpen. Op deze manier ben je er zeker van dat je de spieren volledig traint en zorgt voor extra spiermassa.